De Grote Zombie Show recensie - Modern Myths

De Grote Zombie Show – Een preview door Joeri Donsu

De 17-jarige Darren King verdwijnt spoorloos uit een Boeing 737 tijdens een vlucht van New York naar Las Vegas. Wat is er met hem gebeurd? Als hij twee maanden later weer opduikt, beweert hij dat hij al die tijd in een wereld vol zombies heeft moeten overleven. De Grote Zombie Show is een young adult horror roman voor fans van The Hunger Games en The Walking Dead. Lees hier de eerste vier hoofdstukken en vraag het eBook gratis aan!

Lees Anouks De Grote Zombie Show recensie. Wil je het boek zelf lezen? Modern Myths geeft het eBook gratis weg! Lees hier hoe je je exemplaar aanvraagt.

De Grote Zombie Show – Een preview

Joeri Donsu

1 – Niemand gelooft me

De Grote Zombie Show - Joeri DonsuEen psychiater is een dokter die alles weet van ziektes in je hoofd. Of beter gezegd: van ziektes in je geest. Hij doet dus ander werk dan een normale arts. Hij neemt geen temperatuur op, luistert niet naar je longen als je uitademt en geeft je geen prikken als je ingeënt moet worden. Eigenlijk doet een psychiater precies wat je in alle films op tv ziet. Hij stelt je vragen, luistert geduldig, knikt af en toe maar geeft nooit echte antwoorden. Die moet je zelf zien te vinden.

Mijn moeder zegt dat meneer Peters, mijn psychiater dus, me helpt om alles op een rijtje te zetten. Hij geneest de ziektes in mijn hoofd. Ik denk dat mijn moeder gewoon van meneer de psychiater wil horen wat haar het beste uitkomt: dat ik gek geworden ben. Of dat ik gewoon een grote fantasie heb. Ze wil alles horen behalve de waarheid: dat alles dat ik heb verteld – na mijn terugkomst in de normale wereld – ook echt is gebeurd.

Ik kom elke vrijdagmiddag na school naar de praktijk van meneer Peters in Henderson om over mezelf te praten. De eerste keer bracht mijn moeder me, maar nu ga ik elke keer met de bus. Henderson is niet zo ver. Het ligt naast Palomino City, de plaats waar ik woon. Ik mis daarmee wel elke week de woensdagmiddag voetbaltraining, maar mijn moeder vindt dit belangrijker. Ze zegt dat praten helpt, dat meneer Peters een goede psychiater is en dat zij dat zelf heeft ervaren.
Ik vind het allemaal prima. Na wat ik allemaal heb meegemaakt, kan een voetbalwedstrijd mij niet meer zo boeien.

Elke keer als ik tegenover meneer Peters zit, begint hij met dezelfde vraag.
‘En hoe voel je je, Darren?’
‘Heel goed, meneer.’
‘En heb je nog last van nachtmerries?’
‘Jawel, meneer.’
‘Zombies?’
Ik ril bij de gedachte aan mijn laatste droom. Vannacht werd ik weer badend in het zweet wakker en wist even niet meer waar ik was.
‘Dat klopt. Het ging weer over zombies.’
‘Oh?’
‘Deze keer zaten ze achter mijn zusje aan.’
‘Je zusje Hannah?’
Ik knik.
‘Mijn zusje Hannah.’
‘En wat deed je toen?’
‘Ik deed wat ik moest doen.’
‘En dat was?’
Ik wiebel wat ongemakkelijk op mijn stoel.
‘Ik pakte een geweer en schoot hun kop eraf,’ zeg ik ongemakkelijk.
Meneer Peters laat een lange stilte vallen.
‘Je schoot hun hoofd eraf,’ zegt hij uiteindelijk.
‘Dat is de enige manier om ze tegen te houden.’
‘Ja, dat heb je me eerder verteld.’
‘En het is nog waar ook.’

Meneer Peters neemt een slok water.
‘En hoe gaat het op school?’.
‘Hetzelfde. De meeste kinderen laten me met rust. Eigenlijk praat niemand met me. Ze lijken me allemaal te willen ontwijken.’
‘Waarom denk je dat dat zo is?’
‘Ik weet het niet. Misschien zijn ze bang voor mij?’
‘Waarom zou dat zijn?’
‘Omdat ik knettergek ben? Je weet nooit wat iemand doet als hij alles niet meer op een rijtje heeft.’
Ik weet dat ik geïrriteerd klink, maar ik kan er niets aan doen.
‘Wat vind je ervan, dat niemand met je praat?’
Ik zucht.
‘Wel lekker denk ik. Het is zo lekker rustig. Ik kan me goed op school concentreren.’
‘Ja, je moeder vertelde me dat je goede cijfers haalt.’
‘Allemaal negens en tienen, ja.’
‘Heb je daar een verklaring voor, Darren?’

Ik kijk hem aan. Ik weet wat meneer Peters wil horen en daarom zeg ik het nog maar een keer.
‘Omdat iemand wat met mijn hersenen heeft gedaan. Ze hebben allemaal gegevens in mijn brein gestopt. Net als bij een computer. Alsof ze allemaal bestanden naar mijn hoofd hebben gekopieerd.’
‘Iemand heeft je slimmer gemaakt.’
Ik zeg niets, want ik zie aan het gezicht van meneer Peters dat hij me niet gelooft. Ik vermoed dat hij hier alleen verder over wil praten zodat hij een fout in mijn verhaal kan ontdekken. Dan heeft hij bewijs dat ik alles heb verzonnen.
‘Zo zou je het kunnen zeggen, ja…’
‘Oké,’ zegt meneer Peters op vriendelijke toon. ‘Onze tijd is om. Volgende week weer? Dezelfde tijd?’
Ik sta langzaam op.
‘Ik denk het.’
‘Dan zie ik je dan.’

Ik geef mijn psychiater een hand zoals mijn moeder het me heeft geleerd en loop dan naar de deur. Maar voordat ik naar buiten ga, kan ik het toch niet laten.
‘Mag ik u wat vragen, meneer Peters?’
De man kijkt op uit zijn dossier.
‘Natuurlijk. Wat is het?’
‘Denkt u dat ik gek ben?’
‘Wat?’
‘Denkt u dat ik gek ben?’
Langzaam doet meneer Peters zijn leesbril af en glimlacht.
‘Wat denk je zelf?’
‘Ik ben niet gek, maar volgens mij denkt de hele wereld dat ik het wel ben.’
‘De enige werkelijkheid die er bestaat, is je eigen werkelijkheid, Darren. Jij bent de enige die je eigen waarheid kan ontdekken.’
Wow, daar heb ik wat aan.

Ik wacht tot meneer Peters nog iets meer vertelt, maar hij is weer verdiept in zijn dossier. Misschien is dat van zijn volgende patiënt of heeft hij net een folder binnengekregen met de laatste aanbiedingen van de lokale elektronicazaak.
Ik maak aanstalten om te gaan.
‘Oh, wacht nog even,’ zegt hij dan nog. ‘Misschien is het een idee om al je belevenissen eens op te schrijven. Dan kun je er beter over nadenken en er misschien zelfs op een afstand naar kijken.’
‘Ik zal het proberen,’ zeg ik.
‘Mooi. Beschouw het als een soort huiswerk voor volgende keer.’
‘Oké.’

Voorzichtig sluit ik de deur en loop de gang in. Ik ben blij dat het bezoek weer achter de rug is, zoals elke week. Meneer Peters is een goede vent, maar of al dit praten me echt helpt, daar heb ik mijn twijfels over.

Niemand gelooft me toch.

 

2 – Vermist

Mijn naam is Darren King, ik ben zeventien jaar en woon in Palomino City in de staat Nevada in het westen van Amerika. Palomino is een klein dorp ten zuiden van de beroemde gokstad Las Vegas, tussen Henderson en Boulder City in. Doorgaans gebeurt er niet zo veel. Het is er meestal erg stoffig want eigenlijk wonen we midden in een woestijn. Het dorp bestaat uit lange straten met allemaal lage, vrijstaande eengezinshuizen. Dat geeft je veel privacy, want je buurman is minstens tien meter van je verwijderd. Ook heb je een grote tuin, hoewel je die vaak moet bevloeien wil je er wat in laten groeien. Meestal is het dan ook een stukje miniwoestijn.

In de zomer kan het erg warm in Palomino worden, soms wel 45 graden. Als je geen airco in je huis hebt, smelt je ook zo weg. Mijn moeder Susan, mijn zevenjarige zusje Hannah en ikzelf wonen in een vrijstaand huis aan Navajo Drive. Mijn vader herinner ik me niet zo goed meer. Die stierf net na de geboorte van Hannah, zo’n zeven jaar geleden, door een ongelukkig ongeluk in een laboratorium. Mijn vader Daniel King was een wetenschapper die voor de regering werkte in de geheime Air Force Flight Test Center in de Nevada woestijn. Misschien ken je die plek beter als Area 51, de plaats waar de regering volgens zeggen in het geheim allerlei neergestorte Ufo’s verbergt en aliens bestudeert. De basis is streng beveiligd en de enkele gebouwen die je bovengronds ziet, zijn nog maar de top van de ijsberg. De meeste ruimtes van Area 51 bevinden zich namelijk onder de grond. Vind je het gek dat de meest wonderlijke verhalen de ronde doen over deze geheimzinnige regeringsbasis? Volgens mijn moeder heeft mijn vader nooit iets over Ufo’s, buitenaardse wezens of alien technologie gezegd. En over wat hij daar precies deed, was hij ook uiterst zwijgzaam. Misschien mocht hij er wel niets over zeggen, zelfs niet tegen zijn vrouw.

Ik denk dat mijn vader best wel een hoge functie had. Hij vertrok meestal erg vroeg in de ochtend in zijn zwarte Ford Ranger om naar Boulder City Airport te rijden. Op dat vliegveld stapte hij dan in een kleine Cessna om zich naar Area 51 te laten vliegen, zo’n 200 kilometer naar het noorden. Mijn vader kwam dan ook laat thuis, meestal om een uur of negen ’s avonds. Meestal kon hij ons nog net een goede nacht kussen. Op een slechte dag kwam hij dus helemaal niet meer thuis. Toen blies hij zichzelf op in een laboratorium. Kun je dat geloven?

Na de dood van mijn vader heeft de regering goed voor ons gezorgd. We hebben geen geldproblemen en mijn moeder hoeft zelfs niet te werken door de speciale uitkering die we krijgen. Dat is natuurlijk erg fijn als je nog een dochter van zeven hebt die veel aandacht nodig heeft en een zoon die binnenkort gaat studeren. Maar mijn moeder had het natuurlijk liever anders gehad. Ik weet dat ze mijn vader nog steeds erg mist. Ze heeft al die tijd geen nieuwe vriend gehad en soms hoor ik haar in haar slaapkamer huilen. Ik voel me dan best hulpeloos.

Tot een half jaar geleden was ik een echte niemand. Ik meldde me elke ochtend keurig voor de verplichte dwangarbeid op school, ging elke vrijdag met mijn vrienden naar de bioscoop en speelde elke avond Call of Duty op de PlayStation. In de tussentijd deed ik verwoede pogingen om in de buurt te komen van de blonde Megan Harley, de mooiste meid van de school. Eén keer heb ik haar een pen geleend toen ze er één nodig had vlak voor een proefwerk, maar meer dan ‘Dank je wel’ heeft ze nooit tegen mij gezegd.

Nee, ik hoorde niet bij de populaire jongens op school. Gelukkig maakte ik ook geen deel uit van de groep kansloze nerds die constant gepest werd. Darren King was onzichtbaar en hield ervan om op te lossen in de grote massa. Hij haalde magere voldoendes op school en raakte eigenlijk nooit in de problemen. Totdat de problemen mij vonden, maar daar kon ik niets aan doen.

Op een slechte dag verdween ik helemaal van de aardbodem. Twee maanden lang was ik vermist en in mijn afwezigheid groeide ik uit tot een nationale bekendheid. Waarschijnlijk heb je mijn verhaal wel gelezen of in een nieuwsprogramma op tv gezien. Het leek alsof ik in het niets was opgelost. Wekenlang hebben kranten over mijn onwaarschijnlijke Houdini-act gespeculeerd.

Wat is er met Darren King gebeurd?

Mijn moeder vertelde me later dat mijn onmogelijke verdwijning niet van deze aarde was. Zij wist toen niet hoe dicht dat bij de waarheid lag.

***

Omstreeks halfzes kom ik thuis van mijn bezoek aan meneer Peters. Ik groet mijn moeder die in de keuken het avondeten voorbereidt, til mijn zusje Hannah op en geef haar een knuffel.
‘Dag Hannah-Boe,’ zeg ik.
Hannah grinnikt.
‘Darren, je bent laat. Was je naar de voetbal?’
‘Voetbaltraining? Dat niet. Ik moest weer even praten met meneer Peters.’
Ik zet haar weer op de grond.
‘Had je straf?’
Ik lach.
‘Dat zou je wel willen, hè?’
‘Nietus.’
‘Echt wel.’
‘Echt niet.’
‘Oké, ik geloof je. Nee, meneer Peters helpt me met… mijn hoofd. Hij is een psychiater.’
‘Heb je hoofdpijn?’
‘Dat niet. Het is meer dat hij me helpt omdat ik… dingen vergeten ben.’
‘Ja, dat heb ik ook wel eens. Soms weet ik niet waar ik Baloe heb gelaten en even later vind ik hem weer.’
Baloe is Hannahs knuffelbeer.
‘Baloe is ook blij dat je er weer bent.’
‘Ik ook, Hannah-Boe.’

Ik draai me om naar mijn moeder.
‘Ma, wanneer gaan we eten?’
‘Over een kwartier,’ klinkt het uit de keuken. ‘Hoe ging het met meneer Peters?’
‘Wel goed.’
‘Help me eraan te herinneren dat ik mijn afspraak van overmorgen afzeg,’ zegt mijn moeder. ‘Ik was helemaal vergeten dat ik Hannahs juf nog zou helpen met de voorbereiding van de kookdag.’
‘Gaan jullie weer taartjes bakken?’, vraag ik mijn moeder.
‘Leuk,’ zegt Hannah, die meteen in haar handen klapt.
‘Mag ik niet een keertje meedoen?’
‘Jij bent te groot, Darren,’ antwoordt ze.
‘Dat is jammer, zeg ik plagend.
‘We gaan over een kwartier eten,’ zegt mijn moeder.
‘Mooi, dan kan ik nog net even wat doen boven.’

Op mijn slaapkamer doe ik mijn computer aan. Ik trek mijn sweater uit en gooi hem op mijn bed. Ik zie dat ik geen mailtjes heb. Ik start het programma Word op, wat ik meestal alleen doe als ik aan mijn huiswerk begin, en open een nieuw bestand. Hoe zal ik mijn verhaal noemen? De verdwijning? Twee maanden weg? Opgelost? Waar was ik al die tijd?

Ik bewaar het uiteindelijk als weggeweest.doc en staar naar de lege pagina.
Mijn psychiater wil dat ik al mijn belevenissen opschrijf. Waar was ik al die tijd toen ik twee maanden lang spoorloos was verdwenen? Ik zie er eigenlijk het nut niet van in. Mijn verhaal is té fantastisch en de kans is te groot dat ik voor gek word versleten. Want zeg nou zelf: wie zal het geloven als ik ze zeg dat ik tussen zombies heb geleefd en door lege straten van Las Vegas en Henderson heb gereden? Niemand toch?

Maar misschien is het ook voor mij goed om alles weg te schrijven. Hopelijk blijven dan alle nachtmerries weg die ik elke nacht weer heb.
Eens even kijken. Waar zal ik beginnen?

 

3 – Een groot raadsel

De meeste mensen geloven me niet als ik hen vertel dat ik twee maanden in zombiewereld heb geleefd, maar ze moeten wel toegeven dat de manier waarop ik verdwenen ben op zijn minst “opmerkelijk” genoemd kan worden.

Omdat ik me helemaal niets van mijn mysterieuze verdwijning kan herinneren, moet ik afgaan op het verhaal van mijn moeder. Zij was erbij toen het gebeurde. Mijn ma vertelde me het volgende.

Het gebeurde in het eerste weekend van maart. Mijn moeder, Hannah en ik gingen naar de zestigste verjaardag van mijn opa, Christopher King, de vader van mijn overleden vader. Opa King is een rijk man. Hij heeft ooit een bedrijf opgericht dat spionageapparatuur maakt voor de Amerikaanse regering, Shadowplay Inc. Nu is dat een gigantische onderneming geworden die ook wapens en legervoertuigen maakt. In Amerika alleen al heeft hij zo’n dertigduizend mensen in dienst. Shadowplay produceert ook voor andere, bevriende, westerse landen, zoals Groot-Brittannië en Frankrijk. Ik heb het altijd vreemd gevonden waarom mijn vader niet voor mijn opa’s bedrijf wilde werken. Ik denk dat hij dan ook veel meer zou hebben verdiend. Och, hij zal daar wel zijn redenen voor hebben gehad.

Opa King woont op een prachtige grote etage van een gigantisch hoge woontoren aan Park Avenue in New York. Zijn woonkamer kijkt uit op het beroemde Central Park, een groot bos dat zich in het midden van Manhattan bevindt. Voor zijn zestigste verjaardag gaf hij een bescheiden feest in zijn woning. Hij zond mijn moeder vliegtickets en plantte ons in het luxe Wyatt Hotel. Naast mijn vader heeft mijn opa verder geen kinderen. Mijn oma stierf al twaalf jaar geleden. Die heb ik dus nooit echt gekend. Maar de aanwezigheid van mijn moeder betekende blijkbaar veel voor opa. Zo had hij toch nog een beetje het gevoel dat mijn vader bij hem was.

Het verjaardagsfeestje zelf was doodsaai. Er kwamen alleen maar oude mannen in driedelig kostuum en er waren helemaal geen kinderen. Hannah en ik hadden beide gelukkig onze Nintendo meegenomen en speelden de hele tijd Mario Kart. Hannah is hier trouwens erg goed in. Ook op de console verslaat ze me steeds, welke game we ook spelen.

Omdat we ver van elkaar wonen, zie ik opa niet zo vaak. Maar elke keer als we weer bij elkaar zijn, voel ik hoezeer hij ons mist. ‘Steeds als ik je weer zie, begin je meer op je vader te lijken,’ zegt hij bij elke ontmoeting. ‘En jij, lieve Hannah, jij lijkt steeds meer op je moeder.’

Ook nu belooft opa een keer bij ons langs te komen om leuke dingen met elkaar te doen. Een grote show bezoeken in Las Vegas, met zijn vieren naar Disneyland gaan in Anaheim of Legoland bezoeken in Carlsbad bij San Diego… Dat laatste heeft hij me zelfs al beloofd toen ik nog maar zes was.
Maar opa heeft het druk, want er moet een hoge prijs voor de wereldvrede worden betaald. ‘Nog even dit project afmaken en ik kan het wat rustiger aandoen,’ zegt hij steeds. ‘En dan boek ik als eerste een reis naar Palomino City! Dat is beloofd!’

Zondagmiddag vliegen we weer naar huis. Volgens mijn moeder klaagde ik over pijn in mijn buik en moest ik vaak naar het toilet. Tien minuten voordat het vliegtuig de daling naar Las Vegas inzette, voelde ik mijn maag weer opborrelen. Mijn moeder zag me naar het toilet strompelen en de deur op slot zetten. Ze was ongerust, dus ze hield me goed in de gaten. Toen ik na vijf minuten nog niet klaar was, raakte ze in paniek. Nadat ik geen antwoord had gegeven op haar geroep, beval ze de stewardess de wc te openen. Ze viel bijna flauw toen de deur eindelijk open zwaaide.

De wc was leeg.

Hoe heb ik kunnen verdwijnen?
Die vraag heeft heel wat instanties beziggehouden, maar als je mijn hele verhaal hebt gelezen straks, wordt het wel duidelijk. Dat hoop ik tenminste.

Na de landing werd het vliegtuig helemaal overhoop gehaald. De marechaussee kwam erbij en zelfs de schoonmakers hielpen mee met zoeken. Ook de politie begon een groot onderzoek. Dat leverde helemaal niets op. Het leek erop alsof ik in de lucht was opgelost.

Twee maanden lang was ik vermist. Spoorloos. Mijn gezicht heeft zelfs op de melkpakken gestaan. Dat wordt wel vaker gedaan in Amerika om vermiste personen terug te vinden. “Gezocht,” stond er op de melkpakken. “Darren King, 17 jaar. Omgeving Las Vegas.” Mijn moeder werd bijna gek en mijn zusje Hannah was ontroostbaar.

Hoe heb ik zo uit een vliegtuig in de lucht kunnen verdwijnen? En waar zou ik zijn?
In de eerste week van mei, twee maanden later, werd ik dan gevonden, verdwaasd rondlopend in de Nevada woestijn. Ik had het geluk dat een truckchauffeur zijn vrachtauto aan de kant moest zetten voor een klapband, anders liep ik daar waarschijnlijk nog steeds of was ik door uitdroging om het leven gekomen. De chauffeur zag me vooruit strompelen en heeft meteen de politie gebeld.
Ik was weer thuisgekomen.

‘Darren, kom je eten?’, klinkt de stem van mijn moeder beneden.
‘Ik kom eraan!’, schreeuw ik terug.
Ik loop naar beneden en snuif de eetlucht op. Mijn moeder heeft biefstuk gebakken met gebakken aardappelen en broccoli. Lekker. Biefstuk in pepersaus is altijd één van mijn lievelingsgerechten geweest, maar als ik wil aanvallen zie ik hoe er een klein beetje bloed uit mijn stuk vlees sijpelt.
Ik schrik.

‘Wat is er, Darren?’, vraagt mijn moeder. ‘Hij is medium gebakken, zoals jij het altijd wilt.’
Hoewel er opeens beelden voorbij flitsen van horden zombies die zich tegoed doen aan lekker mals mensenvlees, slaag ik er toch in om een glimlach te laten zien.
‘Ja, lekker mam. Ik dacht alleen dat ik een beestje zag lopen op mijn bord. Vals alarm.’
Mijn moeder glimlacht opgelucht.

Snel werk ik mijn eten naar binnen en vlucht naar boven. Ik moet aan mijn huiswerk, roep ik als reden, maar ik ben natuurlijk heel wat anders van plan. Huiswerk kan wachten.

Ik verschuif mijn muis en het beeldscherm van mijn computer flikkert aan. Weer dat lege scherm van dat Word-document.

‘Oké,’ zeg ik tegen niemand in het bijzonder. ‘Dus jij wilt weten wat er precies in die twee maanden met me is gebeurd? Prima. Maar ik hoop dat je een stevige maag hebt. Want sommige passages zullen niet al te fris zijn. Welkom in mijn wereld. Welkom in zombieland.’

Aarzelend begin ik de eerste woorden te tikken.

 

4 – Ontwaken in zombiewereld

Mijn verhaal begint als ik wakker word in een rode kamer. Of nee, de kamer is niet rood, maar het licht aan het plafond maakt het rood.
‘Het is noodverlichting,’ schiet het door mijn hoofd.
Verdwaasd kijk ik rond.
Waar ben ik?

Het laatste dat ik me herinner is dat ik in het vliegtuig naar huis zat. Ik ging naar de wc om over te geven en daarna… niets. Eén grote zwarte vlek.
Hoe ben ik hier terechtgekomen? En wat is dit voor plek?

Ik ga rechtop zitten en kijk om me heen. Ik blijk in een tweepersoonsbed te liggen in een grijze kamer van ongeveer drie bij vijf meter. Rechts van mij is een ijzeren deur met een cijferpaneel ernaast. Tegenover mij is een opening die toegang geeft tot een keuken of zo.
‘Ma? Hannah?’
Niemand roept terug. Ik hoor alleen het zachte gezoem van de rode lamp boven mij. Jemig, waar ben ik in beland?

Ik stap uit bed en voel dan pas dat al mijn spieren protesteren. Het lijkt wel alsof ik een marathon heb gerend. Ik negeer mijn pijn en sta op. Even draait de kamer om me heen maar al snel trekt het duizelige gevoel weg.
Ik ken deze plek. Het is een atoombunker. Het is onze atoombunker en ligt onder ons huis in Palomino City. Ik ben dus gewoon thuis.

Ongeveer dertig jaar geleden waren veel Amerikanen bang voor een atoomoorlog tussen Amerika en de Sovjet-Unie. Dus de mensen die het geld ervoor hadden, bouwden in of onder hun huis een bunker waar ze naartoe konden vluchten als de atoombom viel. Daar konden ze dan blijven totdat het weer veilig was. Mijn vader vond zo’n atoombunker altijd onzin, want je moest eigenlijk jaren binnenblijven totdat de radioactiviteit was weggewaaid en het buiten weer echt veilig was. Maar alle medewerkers van Area 51 kregen standaard zo’n atoombunker van de regering en mijn vader was geen uitzondering. Daarom hadden wij er ook een.

Was de atoombom dan gevallen?

Ik sta op en loop naar de deur. Ik druk op de blauwe knop en opeens floept het normale licht weer aan.
‘Dat is al beter,’ zeg ik hardop.
Ik kijk naar het cijferpaneel. Welke code moet ik intoetsen om de deur weer open te krijgen? En is het wel slim om naar buiten te gaan? Ik ben niet voor niets naar de bunker gestuurd door iemand.
Opeens word ik ongerust. Waar zijn mijn moeder en Hannah? Zijn ze veilig?

Mijn maag knort. Ik wankel naar de kleine keuken in de hoop daar iets eetbaars te vinden. In het eerste kastje vind ik al meteen wat ik zoek: luchtdicht verpakte maaltijdpakketten, echt schuilkeldervoedsel. Ik kies aardappelen met spinazie en een gehaktbal en doe de doos in de magnetron, die achter een andere kastdeur verscholen gaat. Ik heb echt honger. In de koelkast liggen allemaal flesjes water. Helaas zit er geen Cola of Mountain Dew bij. Jammer, maar water lest de dorst ook goed. Na de ping van de magnetron pak ik mijn maaltijd en ga ik op het bed zitten. Eerst eten en drinken en dan zien we wel verder.

Terwijl ik eet, kijk ik de kamer door. Hoe zou je het hier een jaar kunnen volhouden? Of zelfs maar een week? In de hoek is een kast: die moet ik zo maar verkennen. Er staat een televisie op een tafel voor het bed. Hij ziet er oud uit. Het is geen moderne tv zoals we die nu hebben. Zou die het nog doen?
Ik buig me voorover en druk op de aan-knop, maar na enkele seconden krijg ik alleen ruis te zien. Jammer. Ik buig me weer naar de televisie om hem op een ander kanaal te zetten en zie dan pas de videocamera op de grond. Dat is vreemd. Ik pak de camera op en zie dat er een briefje aan hangt.
“Voor Darren.”

Ik herken het handschrift. Het is dat van mijn moeder! Met een bonzend hart vouw ik het papiertje open en lees:

Lieve Darren,

Als je dit leest, betekent het dat je het hebt overleefd. Ik ben zo blij! Sluit deze camera aan op de televisie en druk dan op Play.

Dan zal alles je duidelijk worden.

Liefs,

Mama

Wat moet ik overleefd hebben?, vraag ik me af. En waarom kon ze me niet persoonlijk vertellen wat er allemaal is gebeurd? Er is maar één manier om daar achter te komen. Ik pak het snoertje van de televisie en plug hem in de camera. Dan druk ik op Play. Er gebeurt niets.

Stom, denk ik. De accu is natuurlijk leeg. Snel sluit ik de camera aan op het elektriciteitsnetwerk en gelukkig gaan dan alle lampen van het apparaat aan. Ik druk op Play en wacht af. Op het scherm van de tv verschijnt mijn moeder. Het beeld is wazig en instabiel, maar ik kan wel zien dat ze me verwilderd en betraand aankijkt.

Wat is er allemaal gebeurd?

 

Gratis De Grote Zombie Show eBook

De Grote Zombie Show - Joeri DonsuWil je De Grote Zombie Show zelf lezen? In samenwerking met Joeri Donsu geven we het eBook van De Grote Zombie Show gratis weg aan Modern Myths-avonturiers. Stuur een mailtje naar de redactie met als onderwerp “eBook De Grote Zombie Show” en je krijgt het ePub-bestand van De Grote Zombie Show toegestuurd!

De Grote Zombie Show – Joeri Donsu

Joeri Donsu - Modern MythsJoeri Donsu begon zijn schrijfcarrière als (hoofd)redacteur van het sciencefiction tijdschrift SF Report. Daarna ging hij verder als (hoofd)redacteur van jeugdbladen als Fox Kids Magazine, KR@SH en STOER. Door veel bezig te zijn met jeugdcultuur ging hij van young adult-boeken houden. Nu schrijft hij ze zelf.

De Grote Zombie Show is zijn eerste young adult-roman. Hij schreef het speciaal voor zijn oudste zoon, die erover klaagde dat de boeken die hij op de middelbare school moest lezen allemaal zo saai waren. Met deel 2 Terug naar Zombiewereld en deel 3 Voorbij de Zombie Muur werd het een trilogie. Ook De jongen die in foto’s sprong, De Thorpe Moorden, New Amsterdam 1953 en De opkomst en ondergang van De Wolkenmeesters verschenen van Joeri’s hand.

Modern Myths Shop

Koop De Grote Zombie Show op Bol.com of Amazon.nl:

De Grote Zombie Show - Joeri DonsuDe Grote Zombie Show
Paperback:
Bol.com – De Grote Zombie Show – € 20,56
eBook: Bol.com eBook – De Grote Zombie Show – € 9,95

Terug naar Zombiewereld - Joeri DonsuTerug naar Zombiewereld – eBook
Bol.com eBook – Terug naar Zombiewereld – € 9,95

Voorbij de Zombie Muur - Joeri DonsuVoorbij de Zombie Muur – eBook
Bol.com eBook – Voorbij de Zombie Muur – € 9,95

Meer verhalen als De Grote Zombie Show? Kijk in onze rubriek Moderne Mythes: Verhalen!

De Grote Zombie Show: © 2022-2024 Modern Myths

De Zombiewereld trilogie - Joeri Donsu

Redactie Modern Myths

Modern Myths brengt alles wat fantastisch is bij elkaar in één online magazine en is voor iedereen die houdt van fantasy, sciencefiction, horror en alles wat daarbij hoort. Van boeken, films, televisieseries en games tot (video)reportages van de leukste fantasy fairs en -evenementen, op Modern Myths vind je elke dag een nieuw verhaal. Leer de herkomst van al deze fantastische verhalen in achtergronden en spraakmakende interviews met (internationale) schrijvers, acteurs, muzikanten en anderen die hun leven aan het genre wijden. Gebruik onze agenda met fantasy-gerelateerde evenementen. Lees in de rubriek ‘Moderne Mythes’ nieuwe verhalen van schrijvers die hun vertelling (voor)publiceren. Met het ‘Modern Myths Nieuws’ blijf je van het laatste nieuws op de hoogte!

Official Superhero Merchandise

Reactie plaatsen

Door het plaatsen van je reactie worden persoonsgevens werwerkt zoals omschreven in onze privacyverklaring.